“Mijn paard zat afgelopen zomer tegen hoefbevangenheid aan” , we kennen allemaal wel iemand met deze uitspraak. Maar.... Tegen hoefbevangenheid aan zitten bestaat niet!
Hoefbevangenheid is één van de meest pijnlijke aandoeningen bij paarden. Terwijl de acute vorm gepaard gaat met duidelijke symptomen zoals kreupelheid en hevige pijn, blijft subklinische hoefbevangenheid vaak onopgemerkt. Deze sluimerende vorm bouwt zich door de jaren heen op en kan op lange termijn ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid van je paard. De signalen en kenmerken zijn uiteenlopend en worden te vaak als losstaand probleem bekeken. Je verliest belangrijke tijd waarin het roer nog omgegooid zou kunnen worden. Het doorontwikkelen naar een acute hoefbevangenheid had voorkomen kunnen worden.


Wat is subklinische hoefbevangenheid?
Subklinische hoefbevangenheid is een vorm van hoefbevangenheid die zich nog niet uit in duidelijke symptomen die veel mensen met hoefbevangenheid associëren. Terwijl bij een acute hoefbevangenheid hevige pijn ontstaat, loopt het paard bij subklinische hoefbevangenheid meestal nog normaal of ‘af en toe een beetje gevoelig’. In het tweede geval zouden al alarmbellen moeten gaan rinkelen. Ook in de subklinische fase zijn er al veranderingen gaande in de hoeven, de stofwisseling en de rest van het lijf, die op de lange termijn tot ernstige schade kunnen leiden. Een subklinische hoefbevangenheid kun je zien als een voorstadium van de ´bekende´ hoefbevangenheid.
Oorzaken van subklinische hoefbevangenheid
De oorzaken van subklinische hoefbevangenheid liggen vooral in een disbalans tussen voeding en beweging in combinatie met niet optimale hoefgezondheid. Op den duur kunnen overgewicht en aanvullende stofwisselingsziekten zoals een insulinedysregulatie, het Equine Metabool Syndroom (EMS) en PPIDD ontwikkelen.
De aanwezigheid van langdurig teveel vetweefsel heeft negatieve uitwerkingen op de algehele gezondheid en bevordert ontstekingen in meerdere gebieden. De bovengenoemde stofwisselingsziekten kunnen vervolgens de hormoonhuishouding in de war schoppen, wat o.a een negatieve invloed heeft op de gezondheid van het bloedvatenstelsel (in de hoef).


Symptomen van subklinische hoefbevangenheid
Omdat een subklinische hoefbevangenheid vaak zonder duidelijke symptomen verloopt, is het belangrijk om subtiele signalen vroegtijdig te herkennen:
- Veranderd looppatroon of vaker verplaatsen van de hoeven in stand.
- Fijne groeven/ringen in de hoefwand, een gezonde hoef heeft een gladde hoefwand.
- Veranderingen aan de onderkant van de hoef, zoals een licht verbrede witte lijn, steeds terugkerende schimmel en rotstraal, een afgevlakte zool en kneuzingen.
- Vetophopingen op de hals, boven de ogen, bij de staartaanzet, koker/uier en schouders.
- Er zijn nog talloze andere kenmerken die een rol kunnen spelen zoals mestwater, wisselende mest, opgeblazenheid, problemen met de luchtwegen en andere slijmvliezen (denk aan tranende ogen of jeuk).
- Ook het gedrag kan wisselend zijn net zoals de looplust.
Diagnose, behandeling en preventieve maatregelen
Een ervaren dierenarts kan subklinische hoefbevangenheid diagnosticeren met behulp van een klinisch onderzoek. Ook kan je hoefprofessional hierin meekijken. Omdat er geen acute pijn aanwezig is, worden vaak meerdere factoren bij de diagnose betrokken, maar wordt het ook net zo vaak gemist.
Preventie is de beste strategie om subklinische-, en dus ook acute hoefbevangenheid te voorkomen!
- Aanpassing van het voer: Vermindering van suiker en zetmeel in de voeding, gecontroleerde weidegang en het voeren van structuurrijke ruwvoerbronnen.
- Gewichtscontrole: Als het paard te zwaar is, moet een gewichtsafname worden nagestreefd.
- Optimalisatie van de hoefverzorging: Regelmatige hoefverzorging door een ervaren hoefverzorger. Maximaal om de 6 weken, in de zomer liever korter!
- Beweging: Gecontroleerde beweging stimuleert de doorbloeding van de hoeven, maar moet worden aangepast aan de conditie van het paard. Veel belangrijker is echter het paard binnen zijn huisvesting zoveel mogelijk vrije beweging te geven en te motiveren tot beweging. Dit lukt niet als paarden grote delen van de dag op stal staan of in een kleine, saaie paddock.


Conclusie
Subklinische hoefbevangenheid is verraderlijk omdat deze vaak onopgemerkt blijft. Eigenaren moeten daarom alert zijn op subtiele veranderingen in gedrag, looppatroon en hoefconditie van hun paard. Alleen omdat je paard altijd al iets te dik is geweest, of altijd al een beetje slechte mest heeft betekent niet dat dit normaal is! Door vroegtijdige diagnose en passende maatregelen kan de omslag naar acute hoefbevangenheid worden voorkomen en kan de hoefgezondheid op de lange termijn behouden blijven. Wie zijn paard zorgvuldig in conditie houdt kan het risico op hoefbevangenheid aanzienlijk verminderen.
Als je paard in het verleden een keer ‘tegen hoefbevangenheid heeft aangezeten’ dan kun je ervan uitgaan dat je paard een subklinische hoefbevangenheid heeft (gehad).
Artikel geschreven door Jessica Vos & Lennart Denkhaus van het Centrum voor Hoefgezondheid
Reactie plaatsen
Reacties